In de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen zijn artikelen opgenomen over
1. Riolering en regenwatersystemen
2. Wegen
3. Groenvoorzieningen
4. Vastgoed
5. Sportvoorzieningen
Onderhoud kapitaalgoederen is onderdeel van het programma leefbaar Venlo – programmalijn Omgeving. De kapitaalgoederen zijn een belangrijk onderdeel in de beleving van de openbare ruimte. Voor het onderhoud van kapitaalgoederen zijn voorzieningen gevormd conform artikel 44 lid 1c van de BBV (Besluit Begroting en Verantwoording). Voorzieningen worden gevormd om de (groot) onderhoudslasten van een kapitaalgoed over een aantal jaren te egaliseren. Ze kunnen alleen worden ingesteld en gevoed op basis van een beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed. Dit beheerplan moet periodiek worden geactualiseerd. Onderhoud is niet levensduur verlengend, maar dient om het kapitaalgoed gedurende haar levensduur actief in goede staat te houden. Onderhoud is het uitvoeren van preventieve of correctieve maatregelen om een object in goede staat te houden of te brengen (op een vooraf door de raad vastgesteld kwaliteitsniveau). Onderhoud kan worden onderscheiden in groot onderhoud en klein onderhoud. Onder groot onderhoud wordt verstaan onderhoud van veelal ingrijpende aard dat op een groot deel van het object wordt uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode moet worden verricht. Klein onderhoud is het onderhoud dat in het eerste of het lopende planjaar op een klein gedeelte van het object wordt uitgevoerd. Onderhoudskosten worden gemaakt om het object gedurende de levensduur op een bepaald kwaliteitsniveau te houden (naar behoren laten functioneren en een bepaalde representativiteit laten behouden). De kosten van klein en groot onderhoud zijn dus niet levensduur verlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. Kosten van klein onderhoud moeten in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie worden gebracht. Kosten van groot onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van een vooraf gevormde voorziening gebracht. Kosten van het wegwerken van uitgesteld onderhoud moeten ineens ten laste van de exploitatie worden gebracht. Tenminste éénmaal in de vijf jaar stelt de raad een integrale beleidsnota over het beleidskader onderhoud kapitaalgoederen vast. De hoofdlijnen daarvan worden jaarlijks opgenomen in de paragraaf onderhoud kapitaalgoederen (artikel 9, tweede lid, onder c BBV).