Beheerareaal:
Momenteel maken in totaal 122 gebouwen/objecten onderdeel uit van het beheerplan Vastgoed. Deze gebouwen zijn onder te verdelen tussen gebouwen met een te verwachte exploitatieduur langer dan 5 jaar en gebouwen met een te verwachten exploitatieduur korter dan 5 jaar. Van de gebouwen waarvan is ingeschat dat de exploitatieduur korter is dan 5 jaar wordt geen planmatig onderhoud meer gepland/uitgevoerd. Deze gebouwen hebben enkel nog kosten voor preventief en klein onderhoud. Die kosten worden gedekt uit de exploitatiebudgetten. Er zijn voor deze gebouwen geen budgetten meer meegenomen in de onderhoudsvoorziening. Ook is er nog vastgoed in bezit waarvan de onderhoudskosten worden gedekt vanuit een project of het grondbedrijf. Dit is vastgoed dat in bezit is voor het ruimtelijk ordeningsbeleid of overtollig vastgoed. Het gaat hier veelal om gebouwen die uiteindelijk worden gesloopt of verkocht, bijvoorbeeld Q4 of het kazerneterrein.
Onderstaande tabel geeft een overzicht van het beheerareaal gebouwen met een verwachte exploitatieduur langer dan 5 jaar bekostigd vanuit de onderhoudsvoorziening (peil 2024).
Beheerareaal vastgoed in stuks | 2024 |
---|---|
Sportgebouwen | 36 |
Sportgebouwen (sporthal, gymzaal, zwembad, kleedlokalen buitensport) | |
Ambtelijke huisvesting | 14 |
(o.a. stadhuis, kantoorgebouwen, steunpunten BOR en dienstgebouwen) | |
Commercieel, cultureel en maatschappelijk vastgoed (o.a. peuterspeelzaal, verenigings- en wijkgebouwen, | 46 |
wijkgebouwen en gemeenschapsaccommodaties, cultuurgebouwen, commercieel vastgoed) | |
Totalen | 96 |
Vastgesteld kwaliteitsniveau:
In het beheerplan 2023-2027 is vastgesteld dat de gemeentelijke gebouwen in stand moeten worden gehouden op conditieniveau 3 conform de NEN 2767. Dit is een landelijk uniforme inspectiemethodiek waarbij op een schaal van 1 tot 6 niveau 3 staat voor een redelijke onderhoudsconditie (zie figuur 1). Dit betekent dat normaal gebruik van gebouwen altijd zal leiden tot plaatselijk zichtbare veroudering, gebreken en slijtage en dat functievervulling van bouw- en installatiedelen slechts incidenteel in gevaar kan zijn. Het kan zijn dat sommige voorzieningen of elementen in een gebouw gedateerd zijn en er een wens is tot vervanging. Vanuit de gehanteerde criteria is er echter géén noodzaak voor vervanging als elementen functioneel, veilig en werkend zijn.
Door het uitvoeren van preventief, correctief en planmatig onderhoud werken we aan de kwaliteit van onze gebouwen. Het doel is het efficiënt en effectief exploiteren en optimaal gebruik van het gemeentelijk vastgoed door onze huurders waarbij de focus ligt op instandhouding.
Zijn de onderhouds- en beheersplannen actueel?
Conform de BBV richtlijnen en nota reserves en voorzieningen van de gemeente Venlo moet elke vijf jaar een herijking plaatsvinden voor wat betreft de onderhoudsvoorziening van de vastgoed portefeuille.
Begin 2021 zijn er nieuwe conditiemetingen van het gemeentelijk vastgoed uitgevoerd die zijn vertaald naar actuele meerjaren onderhoudsplannen. Resultaat van deze conditiemeting was dat het gemeentelijk vastgoed er over het algemeen goed bij staat. Nagenoeg alle gebouwen, een uitzondering daargelaten, voldoen aan het door de raad vastgestelde geaggregeerde conditieniveau 3 (zie figuur 2). In de onderhoudsplannen zijn geen investeringskosten meegenomen om te komen tot verduurzaming. De verduurzamingsambitie van gemeente Venlo met betrekking tot het gemeentelijk vastgoed loopt momenteel via een apart project met eigen kredieten. De verduurzaming van het gemeentelijk vastgoed wordt integraal afgestemd met de reguliere meerjaren onderhoudsplannen.
In oktober 2022 heeft de raad het beheerplan onderhoud gemeentelijke gebouwen 2023-2027 vastgesteld en aansluitend in november van dat jaar de bijhorende begroting. Voor de komende jaren zijn de beheer en onderhoudsplannen actueel. In 2027, of eerder als hier aanleiding toe is, wordt opnieuw een geactualiseerd beheerplan met begroting aan de raad ter vaststelling voorgelegd.
Elke drie jaar worden door een externe partij her-inspecties van de gebouwen uitgevoerd (monumenten twee jaarlijks) waarbij opnieuw de conditieniveaus van de gebouwen worden gemeten en indien nodig de meerjaren onderhoudsplannen worden bijgesteld. In 2023 hebben de her-inspecties van de monumentale gebouwen plaatsgevonden. In 2024 worden de her-inspecties van de overige gebouwen uitgevoerd. Bij de paragraaf kapitaalgoederen die wordt opgesteld voor de jaarrekening van 2024 wordt met de tabel in figuur 2 de uitkomst van de conditiemetingen toegevoegd. Zo kunnen we de gemeten kwaliteit van de gebouwen tussen 2021 en 2024 vergelijken.
Wat zijn de benodigde onderhoudsbudgetten (beïnvloedbaar)?
Voor 2023-2027 zijn de benodigde onderhoudsbudgetten geactualiseerd en toereikend. Hiervoor verwijzen we naar de bijlage met de staat van reserves en voorzieningen. De stand van de voorziening wordt op peil gehouden door een jaarlijkse vaste dotatie van diverse beleidsteams die het vastgoed als middel hebben om hun beleidsdoelen te realiseren. De begrote dotatie voor 2025 is € 2,8 miljoen. Met de vaststelling van het beheerplan 2023-2027 zijn we terug gegaan van 3 verschillende onderhoudsvoorzieningen (Sport, Ambtelijk en Commercieel, cultureel en maatschappelijk vastgoed) naar 1 onderhoudsvoorziening met 3 deelkredieten.
Zijn er knelpunten betreffende de beschikbare onderhoudsbudgetten?
Nee. De stand van de voorzieningen sluit aan bij de meerjaren onderhoudsplannen en de beschikbare onderhoudsbudgetten voor 2025 zijn toereikend.
Realisatie/uitvoering:
Komende begrotingsperiode (2025-2028) wordt uitvoering gegeven aan het groot (planmatig) onderhoud aan het gemeentelijk vastgoed met de jaarplannen. Deze worden met de diverse belanghebbenden afgestemd. Vervangingen en investeringen vanuit het onderhoud zijn afgestemd op de benodigde verduurzamingsmaatregelen. Hiervoor is maatwerk nodig. Vanuit de projectgroep verduurzaming wordt de raad separaat periodiek geïnformeerd over de voortgang van de verduurzaming van het vastgoed.