Wat mag het kosten?

De energiekosten zijn oorspronkelijk te laag begroot. Deels komt dit door het hanteren van te lage energietarieven. Voor 2024 zijn de energietarieven voor het gehele jaar vastgezet, maar voor 2025 zijn de energieprijzen nog niet bekend.
Daarom zijn voor de meerjarenraming van 2025 en verder, de huidige energietarieven van 2024 gehanteerd.
De baten zijn de jaarlijks door te belasten energiekosten van de parkeergarage aan Q-park. Die was tot op heden niet als bate begroot.

De totale lasten voor ICT-NML nemen toe ten opzichte van 2024 door indexering van het prijs- en loonniveau en door de verwerking van autonome ontwikkelingen en ontwikkelingen en wensen van gemeenten.
De stijging van de bijdrage aan ICT-NML is het gevolg van een uitbreiding op de formatie projectleiding, infrabeheer en ondersteuning. Dit heeft een structurele doorwerking die in de meerjarenbegroting moet worden verwerkt.

Het Arbojaarplan 2024 omvat alle belangrijke activiteiten rondom Veiligheid, Gezondheid en Welzijn. Uit de schommeling van het budget in voorgaande jaren blijkt dat de vaststelling van een structureel Arbo budget in zekere zin een zoektocht was.
De verantwoordelijkheid voor de organisatie van deze opleidingen was in het verleden niet duidelijk belegd, waardoor noodzakelijke en voorgeschreven trainingen onbedoeld niet (tijdig) gegeven werden.
De kosten zijn gemoeid met het uitvoeren van wettelijke bepalingen, met de naleving van CAO bepalingen en vastgesteld beleid.

Venlo hanteert de fiscaal vastgestelde onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werk verkeer als onderdeel van het arbeidsvoorwaardenpakket voor werknemers. Het fiscale bedrag per kilometer is vanaf 2024 gestegen met € 0,02 per kilometer. De meerkosten van deze stijging zijn niet voorzien in de huidige begroting. De onbelaste reiskostenvergoeding is een belangrijke arbeidsvoorwaarde voor werknemers van Venlo in het kader van binnenhalen en binden van personeel in een krappe arbeidsmarkt.

In de Kadernota 2025 staat als programma-overstijgend inhoudelijk kader de verbetering van de publieke dienstverlening. Verdere verbetering van de dienstverlening aan onze inwoners kan bijdragen aan het vertrouwen in het bestuur.
De huidige tijd stelt nieuwe eisen, zowel wettelijke als maatschappelijke, aan onze publieke dienstverlening. Inspanningen zijn vereist om te blijven voldoen aan wetgeving zoals het Besluit digitale toegankelijkheid overheid, de Wet modernisering elektronisch bestuurlijk verkeer (Wmebv) en de uitwerking van het VN-verdrag handicap. Het doel is toegankelijke en inclusieve dienstverlening. De ontwikkelopgave is vaak maar niet uitsluitend digitalisering van diensten en processen.
Het geheel van gemeentelijke dienstverlening is complex. Er zijn veel producten en de klantgroepen zijn divers. Die complexiteit neemt voortdurend verder toe door de opeenstapeling van inzetbare dienstverleningskanalen en de ingebruikname van verschillende systemen en applicaties. Dit vraagt om een blijvende integrale aanpak en regie op de uitvoering. Momenteel is dit niet centraal geborgd: er is tijdelijke inhuur op onderdelen.
Om de basiskwaliteit van onze gemeentelijke dienstverlening te waarborgen en blijvend te voldoen aan wetgeving is het nodig dat centraal regie wordt gevoerd op keuzes die de organisatie in haar totaliteit maakt bij de uitvoering en ontwikkeling. Daarmee willen we voorkomen dat:

• mensen worden buitengesloten;
• een woud van (digitale) loketten ontstaat;
• dienstverlening aan inwoners langer duurt dan noodzakelijk;
• onnodige fouten worden gemaakt;
• onnodig herhaalverkeer in dienstverlening optreedt.

Een regisseur integrale dienstverlening helpt de organisatie om de juiste inrichtingskeuzes te maken, adviseert, faciliteert en fungeert als aanjager en leidt zo de benodigde continue doorontwikkeling van dienstverlening in de juiste banen.

Het beschikbaar gestelde bedrag van € 3.764.000, conform het amendement uit de jaarrekening 2023, is niet toereikend om het totale verschil tussen de lasten en baten  van € 4.662.000 op te vangen. Het voorstel is om het aanvullend verschil  op te vangen met een onttrekking van € 898.000 uit de Algemene reserve zodat de tarieven in 2027 gelijk worden gehouden aan de tarieven van 2026.

Bijstelling van de opbrengsten verblijfsbelasting op basis van definitieve prognose BsGW 2024 jaarschijf 2025.

Door de nieuwe kostenverdeelmethode van BsGW is vanaf 2025 een forse verschuiving van kosten binnen de belastingproducten van Venlo. Ook is hiermee inzichtelijk geworden dat er nog een extra ruimte van € 210.000 (structureel) in de begroting zit.

Bij de Financiële Rapportage 2023 is aangegeven dat de stelpost inflatie kan komen te vervallen en dat dit structureel zal worden verwerkt bij de meerjarenbegroting 2025-2028.

In 2024 is de totale areaal-uitbreiding van woningen en niet-woningen € 716.000 hoger dan vooraf ingeschat. Eind augustus is er (middels een addendum) meer duidelijkheid over de definitieve ontwikkeling van het areaal wat kan leiden tot een positieve of negatieve bestelling.

Uit onderzoek binnen de gemeentelijke organisatie is gebleken dat vijf reserves bij de begroting geheel of gedeeltelijk vrij kunnen vallen. Dit zijn reserves waarvan de looptijd is verlopen of op korte termijn gaat verlopen en waarvoor geen bestemming meer wordt verwacht.
Dit betreft:

• Reserve Regiodeal voor het bedrag van € 710.000 (2025)
• Reserve basis op orde openbare ruimte (restant) € 183.270 (2025)
• Algemene bestemmingsreserve (restant) € 80.000 (2025)
• Reserve circulaire hoofdstad (restant) € 75.572 (2025)
• Reserve ontwikkeling beheer inrichting openbare ruimte (restant) € 570.109 (2025 € 323.599 en 2026 € 246.510)

Op basis van de kasstromen uit onder andere de ingediende investeringsvoorstellen, de grondexploitaties, mutaties reserves & voorzieningen en vooruit ontvangen bedragen is de begrote balans bijgesteld voor de jaren 2025-2028. Hieruit wordt de aangepaste financieringsbehoefte afgeleid inclusief de bijbehorende financieringslasten en de bespaarde rente.

De kapitaallasten worden jaarlijks geactualiseerd op basis van nieuwe kasstromen.
Hierdoor kan er incidenteel niet benodigd kapitaallastenbudget vrijvallen.