Een belangrijk afwegingscriterium voor de investeringen is het kapitaallastenplafond. Het plafond is een belangrijke signaalwaarde om te waarborgen dat de begroting voldoende wendbaar blijft. De wendbaarheid van de begroting is één van de vier tactische financiële doelstellingen die bijdragen aan het hebben en houden van een duurzaam gezonde financiële huishouding.
Het kapitaallastenplafond is oorspronkelijk ingesteld bij de begroting 2014. Destijds was het plafond gebaseerd op het kapitaallastenniveau van de begroting 2014. Tussen 2014 en nu is het kapitaallastenplafond verscheidene malen bijgesteld. Omdat investeringsuitgaven onderhevig zijn aan prijsinflatie is zowel het kapitaallastenplafond als het kapitaallastenbudget, volgens het investeringsbeleid, in de Kadernota 2025 bijgesteld met € 1.000.000. De hoogte van het Kapitaallastenplafond voor 2025 zou daarmee uitkomen op € 32,9 miljoen.
In het rekenkameronderzoek ‘Bijsturen mogelijk maken’ uit 2023 is gevraagd om een onderbouwing van de streefwaarde/ maximumhoogte van het plafond vanuit een zero based methodiek en dit in de begroting 2025 te implementeren. In onderhavige begroting heeft dit plaatsgevonden. Het kapitaallastenplafond is berekend op basis van een objectieve berekeningssystematiek. Bij de berekening van het kapitaallastenplafond zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd:
- Het kapitaallastenplafond is een signaalwaarde voor het maximum aan kapitaallasten in de begroting uitgedrukt in euro’s en moet bijdragen aan de strategische doelstellingen van het financieel beleid en een stabiele koers. Het plafond is een belangrijke signaalwaarde met betrekking tot het kunnen dragen van investeringen en daarmee de begroting onvoldoende wendbaar wordt. Anderzijds moet het plafond ook een vanuit financieel beleidsuitgangspunt verantwoord maximumniveau van kapitaallasten aangeven. Het overschrijden van de signaleringswaarde zou kunnen leiden tot aanvullende afwegingen, echter een overschrijding van het plafond dient altijd beoordeeld te worden in samenhang met de andere financiële kengetallen.
- Het kapitaallastenplafond is geen dekking. De daadwerkelijke begrote kapitaallasten zijn afhankelijk van de afwegingen en de middelen die hiervoor zijn vrijgemaakt in de begroting en worden getoetst aan het kapitaallastenplafond.
- De hoogte van het plafond moet nu objectief, zero-based berekend worden, ongeacht historische gehanteerde hoogtes.
- Het plafond moet zich logisch verhouden tot de andere door u vastgestelde streefwaardes van de financiële kengetallen. Bij de berekening van het plafond is een verband gelegd met de streefwaarde voor de netto schuldquote van maximaal 90% en de streefwaarde solvabiliteit van minimaal 25%.
- Door in de berekening van het plafond een relatie te leggen met de streefwaarde van de nettoschuldquote is de hoogte van het plafond ook afhankelijk gesteld van onze inkomsten. Met andere woorden, stijgen onze inkomsten structureel, dan stijgt het plafond mee en vice versa. Door het plafond afhankelijk te stellen van de inkomsten wordt mede geborgd dat de ‘groei’ van de stad (volumeontwikkeling) wordt door vertaald in de hoogte van het plafond. Om te voorkomen dat het plafond wordt beïnvloed door incidentele pieken of dalen in de inkomsten zijn de gemiddelde inkomsten (exclusief onttrekkingen aan reserves) over een periode van vier jaar gehanteerd. Om niet ieder jaar met een gewijzigd plafond te maken te krijgen zal dit iedere vier jaar worden herberekend. Wel wordt het plafond jaarlijks voor inflatie bijgesteld.
Voorgesteld wordt nu het kapitaallastenplafond vast te stellen op € 40 miljoen. Een toelichting op de berekening van het kapitaallastenplafond treft u aan in de paragraaf Financiering.
Onderstaande tabel laat de ontwikkeling zien van de kapitaallasten en hoe deze zich verhouden tot het plafond.
Bijlage II bevat een overzicht van alle investeringen 2025 tot en met 2028 inclusief de bijhorende kapitaallasten. In bijlage IIA is het bijbehorende kasstroomoverzicht opgenomen.
De bijstelling van de kapitaallasten voor de begroting 2025-2028 laat het volgende beeld zien:
2025 | 2026 | 2027 | 2028 | |
---|---|---|---|---|
Kapitaallastenplafond | 40.000 | 40.000 | 40.000 | 40.000 |
Totaal kapitaallasten | 30.504 | 34.208 | 35.085 | 36.228 |
Incidenteel vrijgevallen kapitaallastenbudget | -2.447 | -2.324 | ||
Totaal kapitaallasten na incidentele vrijval | 28.057 | 31.885 | 35.085 | 36.228 |
Uit bovenstaande tabel blijkt dat de in deze begroting opgenomen kapitaallasten het huidige kapitaallastenplafond niet overschrijden.